dinsdag 28 januari 2020

Het sociale valt niet samen met het politieke


Als we op zoek zijn naar de politieke relevantie van kunst, dan zijn we bij de tekstpassage “Society” uit Aesthetic Theory van Adorno eigenlijk niet aan het juiste adres. ‘Society’ is immers de maatschappij, en die valt in principe niet samen met het politieke.  Het gelijkschakelen van het politieke met het sociaal-economische is een modern, al te modern vooroordeel, uitvoerig ontmaskerd door Hannah Arendt in The Human Condition.

Dat neemt niet weg dat de tekst van Adorno zeer interessant is en mogelijk inspirerend voor het denken over de politieke relevantie van kunst. Alleen moet je dan niet blijven stilstaan bij zijn weergave van de dialectiek tussen kunst en maatschappij, maar daarna nog een vertaalslag maken naar het politieke.

Bijvoorbeeld: “art becomes social by its opposition to society” (Adorno 1997, 225). Zou kunst dan mutatis mutandis politiek worden door haar oppositie tegenover de politiek?

Of het nu om het politieke of het sociale gaat, kunst blijft met de patstelling zitten dat ze enerzijds om haar autonomie te waarborgen geen knieval wil maken aan de status quo (van welke aard dan ook) en anderzijds niet mag verzanden in het freewheelen van l’art pour l’art, omdat de schijnbare autonomie die daaruit voortkomt niet verder komt dan de kleuter die zich koning van de zandbak waant, totdat hij zijn knie schaaft en het weer uithuilen is bij mama.



Adorno, Theodor W. 1997. Aesthetic Theory. Vertaald door Robert Hullot-Kentor. Londen: The Athlone Press.

Geen opmerkingen :

Een reactie posten